05. Waterdoop
Wij moeten Jezus’ voorbeeld volgen, omdat Hij begreep, dat het noodzakelijk was om gedoopt te worden.
Alle gelovigen werden gedoopt; bekering / omkeer en geloof gingen vooraf aan dopen:
Alléén gelovigen - Mark 16:16, Hand 2:38.
Het is onmogelijk voor baby’s en kleine kinderen om tot bekering te komen en (om) te geloven.
De eerste Christenen wachtten, na hun wedergeboorte, niet om betere Christenen te worden, voordat ze gedoopt werden.
Het Griekse woord baptiso betekent onderdompelen, begraven. Zie:
Rom.6:3-4 - hier wordt een verbinding gemaakt tussen de doop en begrafenis. Ook Col.2:12;
Matt.3:13-16 - de doop van Jezus: ….. Jezus kwam meteen op uit het water …..(v.16);
John 3:23 - waarom heb je veel water nodig? Zeker niet voor besprenkeling;
Hand 8:38 - de doop van de kamerheer van de koningin van Ethiopië: ….. en zij daalden beiden af in het water…..
Rom.6:1-14 - Col.2:9-15
De doop is een openbare belijdenis van een innerlijke verandering; in (met) deze belijdenis verklaren we de dood aan ons vlees, en we zeggen óók, dat we levend zijn in Christus.
Door de waterdoop vereenzelvigen we ons symbolisch met de dood, begrafenis en de opstanding van Christus:
dood – wanneer we worden gedoopt in water, doden we ons “oude zelf”, onze oude zondige natuur;
begrafenis – wanneer we opkomen uit het water, blijft het “oude zelf’’ , de oude zondige natuur achter, dood en begraven;
opstanding – we komen uit het water in nieuwheid van leven; zoals Jezus opgewekt werd uit de dood door de kracht van de Heilige Geest, zo worden ook wij opgewekt door de kracht van de Heilige Geest tot een nieuw leven.
Zondigen we nog, en hindert onze oude en zondige natuur ons nog? Ja, zeker, maar we kunnen altijd teruggaan naar onze doop, waar we onze oude natuur begraven hebben; en daar zullen we ons herinneren, dat de realiteit nu is, dat we niet langer leven naar het vlees, maar naar de Geest.